Maria van Leeuwenhoek added codicil to 1721 will

Date: 
August 7, 1732

daughter Maria added a codicil to the 1721 will. Acte van bekendheid: A deed of prominence or a deed of familiarity indicates the beneficiaries of an estate. Note: it is not valid to unblock the testator's accounts for the benefit of the heirs. 

Maria added bequests to two maids, Josina and Barbara van der Sprenkel, so long as they lived with her until she died.

She adjusted the Hobus bequest to note that Zeger was dead (17##), so that portion went to widow Catharina and "her child, children, and further descendents", which turned out to be only Margaretha Cornelis Hobus who died in 1748 childless, ending the line.

She 'wanted and desired that the children of the late Anthonij Molijn would not enjoy anything other than the legacy made to her in the above-mentioned testamentary disposition.'

Document: 

Cornelis Pijnakker, notary ONA Delft inv. 2712, fol. 154

Op huyden den 7 Augusutus 1732 compareerde voor mij Cornelis Pijnakker, Notaris bij den Hove van Holland geadmitteerd, binnen de stad Delft residerende, in de teegenswoordigheijd van de naargenoemde getuijgen Juffr. Maria van Leeuwenhoeck ongehuwde dogter woonende binnen deeze stad, mij Notaris bekend, zijnde gesond van lichaam ende haar verstand magtig;

Dewelke verklaarde alsnogh te approberen ende van volkoomen kragt ende waarde te houden de Testamentaire Dispositie bij haar Juffr. Testatrice ende haar overleede vader De Heer Anthonij van Leeuwenhoeck Lid van de Konincklijcke Weeteschap voortsittende Societeijt tot Londen, gesamentlijk beslooten gemaackt ende onderteeckent, waar van de acte van superscriptie op den 30e November 1721 voor wijle den Notaris Mr. Jan de Bries en zeeckere getuijgen binnen deeze stad is gepasseert als meede de acte onder de hand uijt krachte van de clausule reservatom daarin vervat, gepasseert in do 9 November 1722.

Ende nu alleenlijk bij wijle van ampliatie van de voorschr. besloote Testamentaire Dispositie willende disponeeren, zoo verklaarde zij Juffr. Tetstrice bij deezen aan haare oudste Dienstmaagd Josina van der Sprenckel, boven hetgeene in het besloote testament van haar Juff. Testatrice en haar overleede vader voorn. aan deselvige haare Dienstmaagd is gelegateerd, nog te legateren de somma van vier duijsend gulden aan Obligatien ten lasten van het Gemeene Land van Holland ende West Friesland ende bovendien nog, alle Jaaren die zij Juffr. Testatrice naa dato deezes en eindigende met haar Juffr. Testarices dood, nogh een ordentelijke ende fatsoenlijke rouw, ende eijndelijck nog haar Juffr. Testarices huijs ende Erve staande ende gelegen in het Oost Eijnde bbinnen deeze stad indien naamentlijck het selvige huijs aan haar voorn. Dienstmaagd bij den voorsz. besloote Testamentealbereijds niet mogte weesen gemaeckt alle de voorsz. Legaten uijt te keeren ende te voldoen naa haar Juffr. Testatrices overlijden.

Edog al hetgeene voorschr. staat onder deez Expresse conditie indien de voorsz. haare Dienstmaagd Josina van Sprenckel tot haar juffr. testatrices Dood toe bij haar sal blijven woonen, bij gebreecke van welcke conditie zij Juffr. Testatrice verclaarde alle de voorm. staande legaten te herroepen ende te vernietigen bij deezen.

Nog verklaarde zij Juffr. Testatrice te legateren aan haare jongste off tweede Dienstmaagd indien die op haar Juffr. Testatrices overlijden meede nog bij haar woonen zal ende anders niet een honderd gulden eens insgelijcks booven en behalven een fatsoenlijcken rouw.

Wijders verklaarde zij Juffr. Testarice te willen ende begeeren dat de kinderen van wijle Anthonij Molijn niet anders sullen genieten als het Legaat aan haar bij de bovengem. besloote testamentaire dispositie gemaakt.

Ende aanbelangende alle haare Juffr. Testatrices verdere goederen geen uijtgesonderd waarvan bevoorens bij deze nog oock bij den meergem. besloote uijtterste wil van haar Juffr. Testatrice en haar overleede vader niet mogte weezen gedisponeert, daarinne verklaarde zij Juffr. Testatrice tot haare eenige ende algeheele Erfgenamen te noemen ende te stellen bij deezen, Margareta Molijn, wede van den Heuvel, en bij haar vooroverlijden voor haar Juffr. Testatrice, haar kinderen en verdere naakomelingen bij repræsentatie voor een derde part, Jan Haaxman voor het tweede derde part ende Catharina van Leeuwen wede Hobus Zegers en bij haar vooroverlijden voor haar Juffr. Testatrice meede haar kind, kinderen en verdere naarkomelingen bij plaatsvullinge voor het derde derde part. Ende bij aldien het quam te gebeuren dat een oft meer van de voorsz. drie derde parten, door het vooroverlijden van alle diegeene die daar in bevorens zijn geinstitueert voor haar Juffr. Testatrice quam off quame te vaceren in sulker gevalle de overige van de bevooren geinstitueerde Erfgenamen in voegen voorsz. alleen voor het geheel.

Eindelijck verklaarde zij Juffr. Testatrice aan sig selve te reseveren volle macht omme deeze haar uyterste wille te moogen altereren, amplieren, vermeerderen ofte verminderen, oock omme nog eenige legaten oft prelaegaten te mogen maacken, off andersints te disponeren, naar haar welgevallen, alle welcke maackingen ende andere dispositien die zij alsoo sal koomen te doenen de te maacken, hetzij mondeling in presentie van twee getuijgen oft oock schriftelijcke onder haar Juffr. Testatrices handteeckeninge alleen, sonder het bij sijn van eenige getuijge, zij wilde en begeerde dat van alsulken kragt weezen zullen als off deselve in dezen van woord tot woord stonden geinsereert oft andersints voor Notaris ende getuijgen wettiglijck gepasseert waren.

Al het geene voorsz. staat de Juffr. Testatrice duijdelijck voorgelezen en bij haar (zoo sij seijde) wel verstaan zijnde, veklaarde zij Juffr. Testatrice te weezen haar uijterste wil, dewelke zij begeerde dat naa haar dood volkoomen kracht hebbe en effect sorteren zal, hetzij als testament, codicil, giffte uijt saacke des doods off anders, soo als hetselve alderbest zal kunnen bestaan, al waar het schoon dat alle solemniteiten, naar Rechte ende gewoonten vereijscht, in deeze niet in alle acht genoomen maar eenige versuijmt waren versoeckende het uijterste beneficie daar omtrent te mogen genieten ende hiervan gemaact ende geleeverd te worden instrument in forma.

Aldus gedaan ende gepasseert binnen de voorsz. stad delft, ten comptoire van mij Notaris, ter præsentie van Monsieur Joris Mensert ende Jacob Verlouw als getuijgen hiertoe versogt.

Maria van Leeuwenhoeck
Joris Mensert
Jacob Verlouw
C.Pijnakker Nots.

Sources